Over Atze

dichter


Als boerenzoon, voorbestemd de boerderij over te nemen, besloot Atze van Wieren na één jaar landbouwschool het roer om te gooien. Vervolgens werkte hij, na mulo, hbs en militaire dienst, zeven jaar voor een uitkeringsinstantie (GAK) te Leeuwarden. In 1975 trad hij in dienst van de Rijksuniversiteit Groningen als personeelswerker, laatstelijk, tot 2002, als loopbaanadviseur.

Hij volgde naast het werk de opleiding sociale academie. Op zijn vijftigste, in 1993, ging hij korter werken om zich meer aan schrijven te kunnen wijden, volgde o.a. cursussen aan de Schrijversvakschool te Amsterdam.

Hij maakt al sinds 1999 deel uit van de Groninger dichtgroep WP99.


Waarom dichten?

In het interview met Joep van Ruiten (Dagblad van het Noorden d.d. 18 oktober 2017 - zie In de media) vinden we een paar antwoorden:

‘Omdat dichten een opschonende werking heeft’, zegt hij daar. Hij bedoelt daarmee niet zozeer dat dichten een therapeutische bezigheid is, maar wel dat je in jezelf moet afdalen en zo precies en zo poëtisch mogelijk moet verwoorden wat je daar aantreft. De boel afstoffen, onderzoeken en in het licht stellen, op een wijze die het persoonlijke overstijgt.

 

Uit datzelfde interview blijkt de fascinatie van Van Wieren voor de filosofie van Spinoza, een andere drijfveer voor zijn werk:

‘De dogma’s en leerstellingen van het geloof heb ik achter mij gelaten, maar diep van binnen zit nog steeds een religieus bewustzijn. Spinoza heeft dat verder aangewakkerd en verhelderd. Ik wil dat bewustzijn niet kwijt, omdat ik intuïtief voel dat het de realiteit is, in ieder geval mijn realiteit. Zeker weten doen we niet, wij zien het niet, wij zijn te beperkt in ons denken en kennen. Het idee dat er een inspirerende, bezielende kracht is, die alleen hier op aarde werkzaam zou zijn, is mij te mager. Ik voel diep in mij dat er om ons heen iets is, een mysterie, iets waar wij niet bij kunnen, waarvan ik misschien ooit als ik dood ben, in andere dimensies, zal komen te weten hoe het zit. Spinoza zegt: het universum is oneindig. Er is geen einde en geen begin. Het universum is. En in het universum regeren de natuurwetten op een fenomenaal mooie manier, op een manier die wij nog lang niet hebben doorgrond. Spinoza stelt: Dat is God. God is de Natuur/Kosmos. Wij zijn daarin opgenomen tot in alle eeuwigheid, in welke verschijningsvormen dan ook.’ 

Deze filosofie uit Spinoza’s Ethica gaf hem een weldadige rust en ruimte. 

Klik hier om het hele interview te lezen.)

 

Gedichten van Van Wieren zijn meerdere malen met literaire prijzen bekroond, o.a. de SNS-Literatuurprijs voor een cyclus van 7 gedichten.

Hij maakt regelmatig deel uit van poëziejury’s.  

dichtgroep WP 99


Voor het verschenen werk van dit collectief, klik hier.

VIDEO


Gedicht: Kerk te Fransum

(film: Liesbeth Cavé)

gedicht van de maand


maart
Kunstmatige intelligentie 

Klik hier.