Gedicht van de maand

JUli


Grondverzet

 

Altijd iemand die meent te moeten graven

die met een smalle spa van roestvrij staal

wat onderlag weer boven haalt, brutaal

een oog werpt op wat dacht te zijn begraven.

 

De aarde geeft altijd geschonden gaven:

de scherven van een opgebruikte schaal,

van wortels de restanten bleek en kaal,

de rokken die een bloembol ooit omgaven.

 

Zo wordt wat in de diepte ligt geen rust

gegund; altijd wel iemand met een schop

die graaft en hoopt te vinden wat hij zoekt

 

maar wat er mist ligt altijd verderop,

ook is een spa geen prins die wakker kust,

wat was wil toegedekt, is afgeboekt.

 

 

Atze van Wieren