Als kind dacht ik
Als kind dacht ik mee te kunnen
toen het ding met veren overkwam
maar moeder hield mij stevig vast.
Ik had geen weet van zwaartekracht.
Leven was steppen, binnen de perken,
het buurmeisje las mij sprookjes voor.
Ik groeide op, soms ’s avonds
met lage zon en gesuis van wind
droomde ik weg, schoot iets door mij heen.
Later leerde vader mij schaken,
hoe de stukken heten, bewegen,
hoe vooruit te denken, te slaan.
Over een ding met veren sprak hij niet.
Atze van Wieren